
LANTAARN 10 EMINE GÜNEY
"Ik word vrolijk als de zon schijnt. Dan ben ik bij het opstaan al meteen vrolijk. En als ik ’s avonds naar bed ga, denk ik: ‘Wiens leven heb ik vandaag kunnen aanraken?’ Zo’n touch kunnen geven. ‘Heb ik iets betekend?’ Als ik dan mijn hoofd op het kussen leg en het antwoord is: ‘Nee,’ dan word ik chagrijnig. Maar als ik kan zeggen: ‘Vandaag heb ik iets gedaan, iets betekend in het leven van iemand, of iets makkelijker gemaakt voor iemand,’ ja, daar word ik echt vrolijk van. Nee – niet vrolijk, maar gelukkig. Ik word vrolijk als de zon schijnt, en ik word gelukkig als ik iets heb kunnen betekenen voor mijn medemens. Het maakt niet uit wie het is – of het nu een zwerver is of een hoogopgeleid iemand, een laagopgeleid iemand, man, vrouw, kind – dat doet er voor mij niet toe. Zelfs als ik een kind geholpen heb met opstaan, bij wijze van spreken, dan maakt dat mij gelukkig. Omdat ik dan zeg: ‘Hé, ondanks alle drukte ben ik even gestopt, heb ik me geconcentreerd op die ene persoon... en toen ging ik weer verder.’"

